Het geloof van Arius
Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. Hij heeft Zich gegeven als een losprijs voor allen.
1 Timotheüs 2:5-6 HSV
De geloofsbelijdenis van Arius
Ik wist niet beter of Arius was en is een ketter. En een ketter is iemand die door de kerk is veroordeeld vanwege zijn verkeerde standpunten die in tegenspraak zouden zijn met de Bijbel. Wat een ketter gelooft mag niet worden geloofd en wat een ketter getuigt mag niet worden getuigd volgens de leer van de kerk, en wat een ketter belijdt mag niet worden beleden!
Groot was mijn verbazing toen ik iets las over Arius en wat hij geloofde, waarvan hij getuigde en wat hij beleed? Ik kon niet anders dan toegeven dat het gedachtegoed van Arius (voor zover het mij inmiddels bekend was) duidelijke raakpunten heeft met wat ik zelf geloof. Dan wordt het tijd om de inzichten van Arius te toetsen aan de Bijbel.
Om dat ik zeker wilde weten wat Arius geloofde en beleed, ben ik op onderzoek uit gegaan met voorlopig het volgende resultaat.
In zijn brief aan Eusebius van Nicomedië claimt Arius dat vrijwel alle bisschoppen uit het oosten aan zijn zijde staan als het gaat om zijn opvatting over de Zoon. Arius stelt dat de Zoon duidelijk onderscheiden is van de Vader en dat God tijdloos bestond voor (proüparchei) de Zoon. Hij stelt dat de Zoon onveranderlijk bestaat voor alle eeuwen, door de wil en de raad van de Vader. Voordat de Zoon werd geboren of geschapen, bestond hij echter niet. Arius maakt hier dus een sterk onderscheid tussen de God die als de ongeborene geen begin heeft, en de Zoon, die wel een begin heeft. Hij stelt dat de Zoon wel onveranderlijk is, echter niet door zijn eigen natuur, maar door de wil van God.
In het tweede document, zijn geloofsbelijdenis aan Alexander, plaatst Arius zichzelf nadrukkelijk in de Alexandrijnse traditie. Toch benadrukt hij sterker dan gebruikelijk binnen deze traditie de onkenbaarheid en de eenheid van God. Arius zegt in deze belijdenis: ‘Wij erkennen één God, de enige ongeborene, de enige eeuwige, de enige zonder oorzaak of begin, de enige ware, de enige die onsterfelijkheid bezit, de enige wijze, (…) de God van de wet en de profeten en het nieuwe verbond, de verwekker van zijn enige Zoon voor oneindige tijden.’
Arius zegt over de Zoon dat God hem geboren deed worden in werkelijkheid, als de volmaakte schepping van God, maar niet als andere schepsels. Arius ziet de Zoon dus als het eerste schepsel, dat een unieke positie heeft onder de schepsels en daarom de eretitel ‘Zoon’ draagt. Arius stelt dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen (a) God, de oorzaak van alle dingen, die zonder begin en volledig uniek is, en (b) de Zoon, die uit de Vader ontstaan is, een begin heeft, maar niet zoals de andere schepsels is.
Wat duidelijk is, is dat Arius veel nadruk op de eenheid en de onkenbaarheid van God legde en dat de Zoon daardoor ondergeschikt moest zijn aan God. De Zoon is het eerste schepsel, waardoor God de rest van de schepping heeft gemaakt.
https://lucepedia.nl/dossieritem/arius/arius-336
In mijn vervolgonderzoek hoop aan te tonen hoe de inzichten van Arius zich verhouden tot dat wat de Bijbel ons leert. Het lijkt mij een goed idee om naast de argumenten van Arius ook de argumenten van de leer betreffende de drie-eenheid te bestuderen. Dus dan krijgt u in deze website een twee sporen studie van Arius en van de genen die zijn opvattingen tegenspreken.
Misschien is het goed om te melden dat ik lid ben van een gewone reformatorische kerk. Maar schrijf op persoonlijke titel.