Jesaja 1:3

Jesaja 1:3 in twee vertalingen.

Statenvertaling: Een os kent zijn bezitter en een ezel de kribbe zijns heren; maar Israël heeft geen kennis, mijn volk verstaat niet. 

Nieuwe Bijbelvertaling: Een rund herkent zijn meester, een ezel weet wie zijn voederbak vult, maar Israël mist elk inzicht. Mijn volk leeft in onwetendheid.

Een voortzetting van Gods aanklacht tegen zijn volk Israël. Ging het in de vorige Bijbelverzen om de kinderen van God die door hem waren grootgebracht en opgevoed, die alles aan Hem te danken hebben maar toch tegen God in opstand waren gekomen. Nu wordt het beeld van de os en de ezel daarnaast gelegd. Deze dieren weten van wie zij afhankelijk zijn, maar Godsvolk 'Israël' heeft dat niet door. In die zin zijn zij dommer dan de os en de ezel. Hier wordt Israël door God beschuldigt van ontrouw jegens haar schepper. Dit roept de vraag op; hoe is het met de verhouding tussen het Israël van vandaag en zijn God? Maar nog veel belangrijker is de vraag hoe het is met mijn en uw persoonlijke relatie met die zelfde God. Dan mag je ook de vraag stellen hoe de relatie is tussen God en het christendom!  

De Nieuwe vertaling geeft een verwijstekst.

Jeremia 8:7.

Statenvertaling. Zelfs een ooievaar aan de hemel weet zijn gezette tijden, en de tortelduif en kraan en zwaluw nemen de tijd hunner aankomst waar, maar mijn volk weet het recht des HEEREN niet.

Nieuwe Bijbelvertaling. De ooievaar aan de hemel, de tortelduif en de gierzwaluw kennen de tijd van hun trek, maar mijn volk kent niet de orde van de Heer.

De nieuwe vertaling maakt duidelijk dat de vogeltrek iets is wat door God is ingesteld. Het is een facet van Godsscheppingsorde. Dus dan zijn de vogels niet uit zichzelf aan hun trektocht begonnen maar de scheppende God heeft hen daartoe aangezet. Die vogels weten wat ze moeten doen en het is ook tot hun lijfsbehoud met als doel dat de soort niet zal uitsterven. Deze vogels worden door de profeet Jeremia als voorbeeld gesteld voor de mensen die Gods bedoelingen en plannen negeren.   

De Statenvertaling geeft nog een nadere uitleg bij Jeremia 8:7.  

Jeremia 5:4-5.

Statenvertaling: 4 Doch ik zeide zekerlijk, deze zijn arm; zij handelen zottelijk, omdat zij het recht des Heeren, het recht huns Gods niet weten. 

Nieuwe bijbel vertaling: 4 Ik dacht het zijn maar eenvoudige mensen veel kennis hebben ze niet. Zij weten niet wat de HEER van hen vraagt, zijn niet bekend met het recht van hun God. 

Hier hebben wij dus het probleem, onwetendheid. Men is onbekend met dat wat God van ons vraagt. Maar het kan natuurlijk ook zo zijn dat wij ontkennen dat God recht van spreken heeft. En stel je voor dat Godswoorden ons helemaal niet bevallen, dan kunnen we altijd nog net doen alsof God niet bestaat. Je zou ook kunnen zeggen, 'ik heb niets met God, God is lucht voor mij. Dan wil ik u er wel aan herinneren dat u zonder lucht niet kunt leven! Jeremia probeert het gemis aan kennis over God nog een beetje goed te praten want hij gaat er van uit dat deze mensen die onbekend zijn met God eenvoudige of simpele mensen zijn die je het nauwelijks kunt kwalijk nemen dat ze geen kennis van God en goddelijke zaken hebben. Daarom spreekt hij de leiders van het volk aan. in vers 5.

Statenvertaling. 5 Ik zal gaan tot de groten en met hen spreken, want die weten de weg des HEEREN, het recht huns Gods, maar zij hadden te samen het juk verbroken en de banden verscheurd.

Nieuwe Bijbelvertaling: 5 Ik zal me tot hun leiders richten, zij weten beslist wat de HEER van hen vraagt, zij zijn bekend met het recht van hun God. Maar ook zij hebben het juk gebroken, hoog en laag heeft zijn riemen losgerukt. 

Het komt er dus op neer dat wij Gods opdrachten in ons leven niet willen uitvoeren, wij hebben andere plannen met ons leven. Maar wat zijn de consequenties?